Voorwoord viering 29 augustus

In de bijbel staan veel geboden die te maken hebben met reinheid. Wij kennen ook wel gebruiken in de liturgie die te maken hebben met reinheid. De priester wast de handen voorafgaand aan de maaltijd van de Heer. Hij reinigt ook zijn handen en het vaatwerk na de maaltijd. Je kunt ze afdoen als nutteloze regels, zoals een collega uit een andere kerk ooit tegen mij zei: mijn handen was ik wel in het toilet, dat hoef ik niet te doen in de kerk.

Toch staan die reinheidsgeboden in het hart van de Tora, de eerste vijf boeken van de Bijbel. En wat in het midden ergens van staat is in de bijbel vaak heel belangrijk! Een bewijs daarvan is dat over reinheid uitgebereid spreekt. Dat komt aan bod in het evangelie van Marcus dat gelezen zal worden in deze viering van 29 augustus. Je moet de rituele reinheid natuurlijk niet gaan inruilen voor een ware reinheid die in de mens zit. Dat zou te makkelijk zijn. De zin van het doen van geboden en van rituele gebruiken is juist dat ze het mogelijk maken om te verinnerlijken wat een mens geschikt maakt om tot het altaar te naderen. Het doen van uiterlijke reinheidsgeboden en –rituelen heeft altijd zin omdat het de mens ook innerlijk geschikt maakt. Hoe dat in elkaar steekt, en wat voor effect dat kan hebben op een mens, vertel ik u in de preek van deze viering. Graag tot ziens in deze viering, waar we samen te gast zijn bij de maaltijd van de Heer.

 

                                                                                                          Pastoor Schoon