De herders in het veld van Judea houden de wacht over hun kudde. Dat moeten ze wel. Want in de donkerheid van de nacht kunnen duistere machten zich meester maken over de kudde en naar believen kleinvee roven. We kunnen ons die duisternis goed voorstellen die hen omgeeft. De duisternis die heerst is ook in onze wereld alom aanwezig. We zien het overal om ons heen. We voelen ons dan ook verbonden met die herders die in het holst van de nacht de wacht hielden over hun kudde. Ook wij zijn alert en houden rekening met de mogelijkheid van een terroristische aanslag. Duisternis is alom en angst houdt de volkeren in de greep: voor migranten, voor verlies van banen en inkomenszekerheid. Zo voorstelbaar als de duisternis is, zo onvoorstelbaar is het licht. We kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe het is als in die duisternis een licht gaat stralen zoals dat gebeurde bij die herders in de nacht, toen een engel aan hen verscheen. Maar het weinige dat we weten is genoeg om elk jaar Kerstnacht te vieren, namelijk dat het licht van de heerlijkheid van de Heer ‘hen omstraalde’. De heerlijkheid (of glorie of luister) van de Heer was als een cirkel van licht om hen heen!. Daarbinnen waren zij, daarbuiten de duisternis. Wie waakt er nu over wie, denk je dan? Laat u in de viering van Kerstnacht ook omstralen door dit heerlijke licht. En kom meezingen met de engelen en de herders!