Vastengroet 2020
Herderlijke groet bij het begin van de vastentijd 2020 * doorhalen wat niet van toepassing is.
Zusters en broeders in Christus,
Het begin van de vastentijd markeert een einde en nieuw begin. We breken met gewoontes die ons belasten en die ons gebonden houden aan het verleden. Iemand vergeleek dat ooit met een springplank, waar je je van afzet om een flinke sprong te maken. Je zet je af tegen een zwaar of misschien zelfs belastend verleden om de sprong naar een nieuwe toekomst te maken. Wie dat gevoel van een springplank kent – en wie herinnert zich niet bibberend de duikplank van zijn zwemles vroeger? – die weet, dat voor zo’n sprong hoop en vertrouwen nodig zijn. Hoop, dat je ook weer ergens een zachte landing maakt en vertrouwen dat je het kúnt en niet in paniek raakt of bang wordt.
Een paar weken geleden verkeerde onze hele kerk in spanning over de vraag wie de nieuwe aartsbisschop van Utrecht zou gaan worden. Hoewel deze boodschap enige tijd vóór die verkiezing is geschreven (en daardoor ook maar door één bisschop is ondertekend), waag ik het er vanuit te gaan dat onze vraag positief is beantwoord. Ook een einde en nieuw begin, zo zal het gevoel van velen zijn bij deze wisseling van de wacht. De nieuwe bisschop zal ongetwijfeld nieuwe eigen accenten aanbrengen in de contacten met geestelijken en leken van het bisdom, van de landelijke kerk en in de samenwerking met andere kerken binnen de Unie van Utrecht en daarbuiten. Maar het zal voor hem/haar* wellicht ook een troostende ervaring zijn dat veel gewoon zal doorgaan. We verwachten natuurlijk dat de nieuwe bisschop een flinke slinger aan het wiel van het kerkelijk bedrijf zal geven, maar dat hij/zij* dat wiel helemaal opnieuw moet uitvinden is niet nodig – en dat kan voor de bisschop zelf en voor vele anderen een troostende gedachte zijn. Een nieuwe sprong naar de toekomst is het, in hoop en vertrouwen.
Eigenlijk is het hele verhaal dat de Bijbel vertelt, zo’n sprong naar een nog niet ingevulde toekomst. Aan het begin krijgen we wel te horen dat God hemel en aarde schept, maar over die hemel horen we vervolgens bijzonder weinig. Alle aandacht in het vervolg lijkt vooral gericht op de aarde en wat zich daarop afspeelt, de geschiedenis van Gods verbond met mensen. Wie oppervlakkig kijkt, ziet niet meer dan een geschiedenis van vallen en opstaan, telkens weer, in allerlei variaties, een verleden dat mensen belast of vastpint. Maar wie nauwkeuriger hoort, die merkt een onderstroom op van de verwachting van de Messias. Die zal de schepping voltooien en met zijn komst breekt de hemel op aarde aan. Met opzet wordt deze toekomst niet nauwkeurig ingevuld, maar slechts in beelden uitgedrukt, juist omdat de voltooiing van Gods toekomst ons verstand en zelfs onze wildste fantasie te boven gaat. Zoals in de tempel van Jerusalem tussen de twee engelen op de ark van het verbond geen godenbeeld staat en zoals de naam van de Heer God niet uitgesproken, maar slechts met vier letters JHWH wordt aangeduid, zo is straks ook het graf van de verrezen Heer leeg. Gods toekomst is grenzeloze liefde.
Aan het begin van de vastentijd bestrooien we ons hoofd met as. We krijgen daarbij te horen, dat we stof zijn en tot stof zullen wederkeren. Sommigen horen in deze woorden dat we worden vastgepind op onze vergankelijkheid en dat we vooral niet moeten denken dat we iets voorstellen. Inderdaad klinken die woorden in het bijbelboek Genesis als de mens Gods gebod net heeft overtreden en daarmee de doodstraf over zichzelf heeft afgeroepen. Maar dat laatste gebeurt nu net niet: de mens wordt begenadigd. Er wordt hem gezegd dat hij de akker kan bewerken – en daarmee blijkbaar zelf in leven blijft. En de vrouw kan kinderen baren – en daarmee leven doorgeven. Alle menselijk leven inclusief onze inzet voor kerk en samenleving gaat niet zonder pijn en moeite, maar met Gods toekomst voor ogen krijgt het zin en richting. We kunnen leven voor zijn aangezicht, de sprong van het geloof wagen en ons inzetten om met hoop en vertrouwen ons leven te delen met God en met onze naasten.
In de hoop dat de eigen accenten die de nieuwe bisschop in ons kerkelijk leven zal aanbrengen, bijdragen tot het openhouden van Gods toekomst en dat wij allen op onze weg naar Pasen groeien in de vreugde om ons geloof, wens ik u een gezegende vastentijd.
+ Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem