Exodus 34:27–35, 1 Korintiërs 13:1–13, Lucas 9:28–36
Stralend!
Een mens die straalt – we hebben het allemaal wel eens gezien. Verliefd, of net geslaagd voor
een examen, of in wat voor gelukkige toestand dan ook! Bijzonder is het verhaal over Mozes, die
in de woestijn op de berg met God kon spreken. Als hij dan naar beneden kwam om de mensen
te vertellen wat God had gezegd, straalde hij zo, dat de mensen niet dichtbij hem durfden te
komen: die glans moest namelijk van God zelf zijn, zo mooi, dat het een mens te veel zou kunnen
worden. Daarom doet Mozes een doek over zijn hoofd om op die manier tegen het volk te
spreken; als hij weer bij God was deed hij de doek weer af.
Het verhaal over Jezus, die op de berg begint te stralen en dan ineens samen met Mozes en Elia
is, is een verwijzing naar dit verhaal over Mozes. Door God aangeraakt kan een mens gaan
stralen. Het kan voelen als verliefdheid, als geslaagd zijn omdat je voelt dat je goed bent in Gods
ogen. Dit stralende gevoel is niet voorbehouden aan enkele grootheden. Zij zijn wel de mensen
op wie we ons mogen richten, om dan ook zelf te mogen stralen, op onze manier.
Als u geen (mogelijk) corona-gerelateerde klachten hebt, kunt u de dienst bijwonen. Weet u welkom!