Eucharistieviering: Paasnacht


  • Datum:

Paaswake: Genesis 1:1–2:23, Exodus 14:15–15:1a, Ezechiël 36:24-28
Eucharistie: Romeinen 6:3-11, Marcus 16:1-8

En met deze hoop gaan we door naar de “nacht der nachten”, de Paasnacht. Door het donker naar het licht. Door de dood naar het leven dat niet meer dood te krijgen is. In de donkere kerk schijnt een licht, het licht van de Paaskaars die het zinnebeeld is van Christus die verrezen is uit de dood. Haar licht verspreidt zich door de hele kerk. Aan het licht van de Paaskaars ontlenen wij ons licht en onze hoop; wij ontsteken onze eigen kaarsjes aan het grote licht van Christus. We horen de verhalen hoe God begaan is met zijn mensen. We zegenen water, we worden besprenkeld met dit water en gedenken daarmee onze doop die ons verbonden heeft met Jezus Christus en zijn eeuwig leven. En we zingen het Halleluja uit volle borst! Het is Pasen – licht en leven en vreugde voor altijd.

Laten we hopen en bidden dat het licht en de vreugde van Pasen ook doorbreekt in ons eigen leven en in onze wereld, met name voor de vele mensen die geteisterd worden door oorlog, honger en geweld!