zaterdag 29 oktober

Hoe bijzonder is het dat de rechtvaardigen – zij die leven naar Gods voorschrift –toch kunnen blijven stralen ook al zijn ze gestorven. Van wie gestorven zijn wordt in het wereldse taalgebruik gezegd dat ‘hun levenslicht is uitgegaan’. Maar in het gelovig taalgebruik is dat precies omgekeerd. De zielen van de rechtvaardigen zullen na hun heengaan juist schitteren! Als vonken door een droog stoppelveld zullen ze hun omgeving in lichterlaaie zetten. Met hun heengaan lijkt op het eerste oog hun levenslicht te zijn uitgedoofd. Het blijkt anders te zijn als je doorkrijgt dat God hun zaken ter hand heeft genomen. Dat God de zaken van heiligen of rechtvaardigen ter hand neemt blijkt uit de zaligsprekingen die in deze viering worden gelezen. Acht in getal zijn het er. Ze gaan over wie moeite ondervinden in hun aardse leven en de hemelse zaligheid die hun ten deel valt. De eerste en de laatste omsluiten de reeks met het loon dat zij hebben ontvangen: het koninkrijk der hemelen. Met een extra, negende zaligspreking, sluit Jezus ons, zijn leerlingen die hem die zaligsprekingen horen spreken daarbij in. Zo is het ook in de viering van Allerheiligen en van Allerzielen bij de gedachtenis van deze ontslapenen. Wij vieren dat de zaligheid die zij hebben ontvangen ook ons ten deel zal vallen die trouw vasthouden aan Gods Woord. Vele kaarsjes zullen in deze viering door de deelnemers met het hemelse vuur van de Paaskaars worden ontstoken. Ze zullen voor aller ogen staan te schitteren als vonken door het stoppelveld. En de aanblik ervan zal ons troost en vreugde geven. Viert u mee?

Pastoor Henk Schoon