Ik heb wel eens iemand horen zeggen dat hij bij een kerk is gegaan toen hij zag dat de mensen die voor zijn huis voorbij liepen naar het kerkgebouw, na een kerkdienst opgewekt het kerkgebouw verlieten. Een mooie kwalificatie is dat: hoe het met een kerkgemeenschap is gesteld kun je aflezen aan de buitenkant. Wat een mens te verkondigen heeft valt moeilijk aan te nemen als zijn gezicht niet stralend is. Hoe moet je aannemen dat de woorden die iemand spreekt zijn ingefluisterd door God, als er geen spoor van enthousiasme in de persoon valt te bespeuren? Hetzelfde kun je zeggen van het diaconaat. De mate waarin een gelovige gemeenschap diaconaal bezig is valt af te lezen aan de manier waarop mensen geholpen zijn. Een diaconale gemeenschap is een plek waar je iemand kunt zien binnengaan met gekromde rug, gebukt onder schulden, en met rechte rug weer zien naar buiten komen.
In de lezingen worden wij in de viering deelgenoot gemaakt van de getuigenis van het volk van Israël, in het evangelie van de leerlingen van Jezus. Het aanschijn verandert van Mozes en van Jezus. Hieraan valt af te lezen dat de heerlijkheid van God afstraalt op hun persoon. Op grond daarvan valt aan te nemen dat wanneer wij hun woorden horen dat het God is die met hen, in hen en door hen tot ons spreekt.
We hopen het allemaal mee te maken in de viering, deelgenoot te worden van de getuigenis van de afglans van zijn heerlijkheid. Wie weet verandert niet alleen de gedaante van de Heer, maar ook die van ons!