Witte Donderdag (29 maart )

Op Witte Donderdag (29 maart ) duiken we weer de diepte in met het lezen hoe Jezus de voeten wast van zijn leerlingen. We vieren de ‘Instelling van het H. Avondmaal‘ (de eucharistie) door onze Heer en Heiland.

Waar het brood wordt gebroken en de beker rondgaat in gedachtenis aan de Heer is sprake van communio, gemeenschap. Eucharistie vieren is gemeenschap stichten. De deelnemers aan de Maaltijd van de Heer participeren in de gemeenschap die in God door te leven in eenheid met de Heer. De gemeenschap is zijn lichaam. Allen die daarvan deel uitmaakt zijn de ledematen. Het gaat dus op Witte Donderdag over ‘wij samen’ in eenheid met Hem. Dat maken wij zichtbaar door bij het ontvangen van de gewijde gaven naast elkaar te staan, schouder aan schouder.

In de lezingen komt ‘het breken van het brood’ aan de orde in de epistellezing: een gedeelte uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de gemeente van Korinthe. Uit het boek Exodus lezen we over de uittocht van Gods gemeente uit Egypte. En we horen van een maaltijd die wordt gehouden in de nacht voorafgaande aan de Uittocht.

De Evangelie lezing verhaalt ons van de ‘voetwassing’. Jezus, die de gestalte van een slaaf aanneemt en de voeten van zijn discipelen wast. Een handeling vol betekenis. Wie zich verheft wint voor de wereld aanzien, maar verliest het zicht op zichzelf. Wie zich verootmoedigt vindt zichzelf terug in de weerspiegeling van zijn gelaat in het water waarmee hij de voeten wast.