Zaterdag 5 mei 2018
Met de woorden ‘Vocem iucunditatem’ – ‘’, de eerste woorden van de Introïtus van de zesde zondag van Pasen is gelijk duidelijk dat deze viering heel opgetogen zal zijn. Het is de boodschap die wordt verkondigd die maakt dat wij op deze zondag blij zijn: de Heer heeft Jakob, zijn knecht, verlost! Bedoeld is dat God zijn volk Israël heeft verlost. Israël is de naam voor Jakob die duidt op zijn relatie met God. Maar hier klinkt die naam niet, wel ‘Jakob, zijn knecht’. Want het volk Israël, althans een deel daarvan, is in ballingschap weggevoerd naar Babel. Maar precies op de plek in het boek Jesaja waar deze woorden uit zijn genomen, klinkt de oproep om uit Babel weg te trekken. Want de Heer heeft Jakob, zijn knecht, verlost (48,20). De boodschap van verlossing van Jakob die zo blij moet worden verkondigd betreft dus de verlossing van die andere knechten, namelijk zijzelf, uit de ballingschap.
Dat wij de viering in Mijdrecht met zo’n blijde boodschap beginnen betekent niet anders dan dat ook wij bemerken dat de Heer de verlossing die hij heeft verricht aan zijn knecht Jakob, ook aan onszelf verricht. Ook wij, zijn dienaren en dienaressen, worden verlost uit ballingschap. Hoor maar wat er gelezen wordt in deze viering. In de eerste lezing ‘Israël wordt door de Heer gered, en zijn heil kent geen einde. (Jesaja 45,17). Of om uit de ballingschap weg te trekken: ‘Ik heb u uitverkoren en u aangesteld om uit te gaan en vrucht te dragen en dat uw vrucht blijvend zou zijn.’(Johannes 15,16).