Zaterdag 19 mei 2018 (Let op: 16.00 uur)
Nu zijn we aangekomen bij de laatste dag van Pasen, de vijftigste. Waar de naam Pinksteren al op duidt. Dat het Griekse woord Pentèkostè, waar ons woord ‘Pinksteren’ van is afgeleid, ‘vijftigste’ betekent, hoef ik u natuurlijk niet te vertellen. Dat wist u al lang! Pinksteren is dus de afsluiting van Pasen, een slotfeest.
De periode na Pinksteren heeft geen eigen naam, zoals Pasen dat wel had. Tot ver in de herfst ontlenen de zondagen hun naam dan ook enkel en alleen aan de afstand die zij innemen tot het feest van Pinksteren. Tenzij het een speciale feestdag is die deze telling na Pinksteren komt doorbreken.
In het kerkboek van de Oud-Katholieke kerk staat onder het woord Pinksteren geschreven ‘de uitstorting van de heilige Geest’. Uitstorting van de heilige Geest gebeurt van boven af. De gemeente heeft in de Paasnacht al een uitstorting mee gemaakt. Zij die in een kerk de Paasnacht hebben gevierd herinneren zich dat zij op een gegeven moment werden besprenkeld met het nieuw gewijde doopwater. Met Pinksteren is het niet anders. Alleen gebeurt nu aan de gemeente datgene wat de leerlingen meemaken, wanneer zij overgoten worden met het vuur van de heilige Geest, die zich neerzet op het hoofd van een ieder van hen, nadat het zich heeft verdeeld in tongen van vuur. De vonken van vuur die komen aanwaaien in het huis waarin de gemeente verzameld is, zet zich ook op de hoofden van de aanwezigen in de viering in de Veenhartkerk, zodra bij de zegen de Paaskaars wordt uitgeblazen. In die ene adem waarmee het vuur van Christus wordt uitgeblazen komen de vonk aanwaaien over de hoofden van de gemeente, vatten zij vlam bij een ieder van hen en zetten zij de harten in vuur en vlam. Zo krijgt het slot van het evangelie van de man van Nazareth die stierf om te verrijzen een vervolg met het begin van het boek van de handelingen van zijn leerlingen. In het boek Handelingen der Apostelen staat beschreven hoe de leerlingen, gegrepen door de Geest die over hen is uitgestort een aangevuurd een begin maken met datgene waar Jezus het fundament van is: de kerk. Het slot van het verhaal van Jezus is de stichting van de kerk. Zijn einde is voor ons het begin van kerk-zijn. Wij die zijn leerlingen zijn doen niet anders dan verder te bouwen aan die kerk, gedreven door de heilige Geest.