18 april, Witte Donderdag,

Dienstbaar als laatste gebaar
Exodus 12:1-14, 1 Kor. 11: 23-32, Johannes 13:1-15

Ook een dienst met twee gezichten. De laatste maaltijd die Jezus hield met zijn vrienden is het begin van zijn lijdensweg, maar ook het begin van het gebaar bij uitstek dat Hij ons heeft gegeven: het samen maaltijd houden, breken en delen met elkaar en Jezus zelf in ons midden, vieren van eucharistie. Het Gloria mag weer gezongen worden, dat sinds het begin van de 40-dagentijd niet meer klonk… maar later slaat de dienst om. We maken het altaar kaal. Het is de opmaat naar de Goede Vrijdag. In onze harten nemen we mee wat Jezus deed in die laatste maaltijd, vóórdat Hij met brood en wijn aangaf wat er met hem zelf zou gebeuren. Hoe hij neerknielde en de voeten van zijn vrienden waste, als teken van oprechte dienstbaarheid en betrokkenheid. Een richtingwijzer naar hoe we kunnen leven in zijn geest… maar eerst wacht de donkere nacht van het lijden, dat onontkoombaar is.