Zelfverloochening. Daar knapt een mens van op!
Jesaja 2:10-17, Galaten 3:23-29, Lucas 9:18-24
De eerste lezing van deze zondag is een aanklacht tegen ijdelheid en hoogmoedigheid. Er is niks mis met zelfvertrouwen, maar mensen die het altijd beter weten en zichzelf altijd beter wanen dan anderen, daar wil de profeet Jesaja liever van af. En niet alleen hij… een goede profeet spreekt altijd namens God. De hoogmoedigen zullen worden vernederd! En niet om hen nou eens pijn te doen. Geloven is niet gebaat bij een cultuur van valse bescheidenheid of van zelfkwelling. Waar het wel om gaat is dat er met mensen die geen twijfel toelaten niet zo veel te beginnen valt. Er valt bijvoorbeeld nauwelijks mee samen te werken met mensen die vinden dat ze alles zelf beter kunnen. Ze kunnen zich ook niet inleven in een mens die zich niet zo geslaagd voelt. En ze zullen niet snel toegeven dat er bij hen zelf wel eens iets minder goed gaat. Zo komt in hun buurt geen ander mens tot bloei, en beknotten ze ook hun eigen groei. Want groei heeft ruimte nodig. Ook de ruimte om fouten te maken en om dingen uit handen te geven. De zondag van de zelfverloochening (zo heet deze zondag) heeft te maken met zelfrelativering. Daar knapt een mens van op!